Translate with Google
BIJKLETSEN
De laatste tijd lees en hoor ik steeds vaker dat het gedrag van het publiek bij popconcerten nogal wat te wensen overlaat. En daarmee wordt dan doorgaans bedoeld dat er zich onder de bezoekers nogal wat lieden bevinden, die het a) nodig vinden om het halve concert op hun mobieltje te filmen of te fotograferen, en/of b) de gelegenheid aangrijpen om met andere concertgangers gezellig wat bij te kletsen. Aan wie zich afvraagt of dit een nieuw fenomeen is, dat de algehele neergang van onze westerse beschaving slechts bevestigt, kan ik ter geruststelling melden dat dit absoluut niet het geval is.
Zich misdragende, ongeïnteresseerde, dronken en ook gewelddadige toeschouwers zijn er al, zolang ik het me kan herinneren. Ik heb inmiddels een ruime ervaring met publiek tijdens popconcerten, variërend van de Koninklijke Schouwburg Carré te Amsterdam tot aan zaal De Witte Paarden te Steenwijkerwolde of zaal Apollo te Helden-Panningen, en het is een wonder dat pas recentelijk enige ophef over dit voor zowel de optredende artiest als de zich wél gedragende, geïnteresseerde en onbeschonken toeschouwer hoogst irritante verschijnsel wordt gemaakt. En dan heb ik het over de geluidsoverlast die door het publiek wordt veroorzaakt. Ja, het publiek.
Dat er in feesttenten en dorpscafé's, waar de alcohol rijkelijk vloeit en het het grootste deel van de bezoekers worst zal zijn wie er eigenlijk op dat podium zijn of haar ding staat te doen, is tot daar aan toe. Als band weet je meestal wel waar je terechtkomt, en ben je al blij als je na afloop mét gage maar zonder noemenswaardige verwondingen weer naar huis terug rijdt. Als wij met Kayak in De Witte Paarden kwamen spelen- om maar een zaal te noemen- voelden wij ons altijd alsof we op zendingsmissie naar Centraal-Afrika waren, gewapend met kralen en kettingen die niemand wilde hebben. De bezoekers hadden hoegenaamd geen last van onze culturele boodschap, maar vermaakten zich onderling uitstekend. Als bewijs daarvan werd door het hooggeëerd publiek altijd een extra bodemlaag van ongeveer vijf centimeter aan kapotte bierglazen en/of plastic achtergelaten.
Hoe hard we ook speelden, lang niet altijd kwamen we boven het lawaai van de toeschouwers uit, die elkaar met een bewonderenswaardige volharding ook vlak voor het P.A. nog de laatste nieuwtjes toeschreeuwden- om over de bezoekers achterin nog maar te zwijgen. We hadden echt niet alleen last van het kabaal in de zaal tijdens de zachtere nummers, maar in sommige gevallen zelfs tijdens het steviger werk. Ik herinner me een kermis in Oldenzaal of daar in de buurt, met Earth and Fire, eind jaren tachtig. Eén-derde van de muur van geluid in de tent werd geproduceerd door het publiek zelf (en dan bedoel ik niet het natuurlijk dol-enthousiaste applaus na de nummers maar de teringherrie die onze kant op kwam tijdens het spelen), eén-derde was afkomstig van de draaimolens en botsauto's buiten de tent vlak achter het podium ("jaaaaa!!! en daar gaat-ie, nogggg maarrr een keeeeeerrr!!!"), en wij als band maakten de helse kakofonie met vermoedelijk zichtbare tegenzin- maar nu eenmaal gedwongen door contract en portemonnaie- compleet. Wat een feest. Van die momenten dat je je afvraagt wat je in 's hemelsnaam aan het doen bent en of je toch niet beter een vak had kunnen leren.
En toch, bij dat soort evenementen kan ik nog begrijpen hoe het werkt. Je bent in die setting gewoon levend behang. Het beweegt op het podium en er komt een soort van geluid vandaan, prima, drank er in, iedereen happy. Wat ik niet kan bevatten is hoe mensen, die speciaal naar een concert komen van een band of artiest die ze willen zien en HOREN, en daarvoor dure kaartjes kopen, gedurende dat concert met elkaar doorlullen over weet-ik-niet-wat-voor-belangrijks, alsof men elkaar in jaren niet gezien heeft. Ik ben ooit in het oude Utrechtse Tivoli op uitnodiging van een bevriende collega die in zijn groep speelde, naar een Frank Boeijen concert geweest. Nu ís deze zanger al moeilijk te verstaan, Tivoli was een lastige zaal qua akoestiek, dus ik dacht: trouwe fans, luisterliedjes, tekst belangrijk en zo, dus men zal wel vol aandacht aan zijn lippen hangen en LUISTEREN.
Niets was minder waar. Ik was werkelijk verbijsterd over het rumoer en geouwehoer in de zaal, vooral tijdens de nummers. Ik keek om me heen. Zijn dit fans? Wat doen ze hier eigenlijk? Kunnen ze niet gewoon buiten gaan staan, of een café opzoeken, waar ze elkaar wel kunnen verstaan om daar verder te kleppen, om zo de dienstdoende artiest en degenen die wel willen luisteren, niet tot last te zijn?
Overigens kan ik muzikanten, die dat nog niet doen, van harte aanbevelen om met 'oortjes' te gaan spelen. Deze dingen geven niet enkel een betere controle over het podiumgeluid, maar als bijkomend voordeel bieden ze de bandleden een gereduceerde herrie vanuit de zaal. Ik was er blij mee, in elk geval.
Maar zoals ik al zei, het is bepaald niet iets van de laatste tijd. Sterker nog, het verschijnsel is ook zeker niet ontstaan bij popconcerten. In de 18e eeuw al werden sommige prachtige opera's van Mozart opgevoerd voor een de zaal in- en uitlopend, pratend en vrolijk drinkend publiek, dat zich niet altijd stoorde aan wat er op het podium gebeurde. Het ging om een avondje uit, om zien en gezien worden. Dus niets nieuws onder de zon. Wij, als muzikanten, dienen slechts voor een passende entourage te zorgen. Respect is niet inbegrepen in de toegangsprijs.